Vaak gaan we na een drukke werkdag meteen door om bijvoorbeeld de kinderen op te halen, met vrienden af te spreken, of gewoon op de bank te gaan zitten. Daardoor blijven we soms in gedachten nog hangen bij wat er overdag is gebeurd. Denk bijvoorbeeld aan frustraties op je werk die maken dat je ’s avonds minder geduld hebt of je hoofd dat nog op volle toeren draait terwijl je eigenlijk lekker wilt ontspannen. Ook als je thuis werkt of ’s avonds nog even je werkmail bekijkt, lopen privé en werk gemakkelijk door elkaar heen. Om na je werk ook echt met volle aandacht thuis te kunnen zijn, is het belangrijk dat je na je werk ‘afschakelt’. Hieronder vijf tips om dat te doen.
1: Duidelijk markeren van het eind van je werkdag
Een belangrijke manier om na het werk goed te kunnen afschakelen, is door de overgang van werk naar privé duidelijk te markeren, zowel fysiek als mentaal. Je geeft jezelf als het ware een korte adempauze, waarin je je aandacht weghaalt bij je werk en richt op wat je daarna gaat doen. Je stapt zo bewust over van werk naar privéleven. Om jezelf hierbij te helpen, kun je dat moment markeren door fysiek iets te doen. Denk bijvoorbeeld aan het opruimen van je bureau, bewust de deur achter je dicht doen als je weggaat van je werk, of het opzetten van een muziekje onderweg naar huis. Door je takenlijst van die ochtend erbij te pakken en letterlijk af te strepen wat is gelukt, kun je ook heel bewust ‘mentaal’ je werk afsluiten.
2: Maak er een ritueel van
Rituelen zijn gewoonten die je steeds herhaalt en die een bepaalde betekenis voor je hebben. Je kunt zo’n ritueel ook gebruiken om je werkdag goed af te sluiten en zo ruimte te maken in je hoofd voor iets anders, bijvoorbeeld je gezin. Een ritueel kan heel uitgebreid zijn, maar dat hoeft helemaal niet. De voorbeelden in de vorige tip kosten misschien een paar seconden en toch kan dat al genoeg zijn. Vraag ook eens tips aan anderen en probeer iets wat je zelf normaal niet doet. Misschien werkt dit voor jou wel heel goed!
3: Maak een tussenstop
De overgang van werk naar thuis, van spanning en drukte naar ontspanning en rust, kan soms best groot zijn. Als de overgang tussen werk en privé eigenlijk wat te groot is om in één keer te doen, kan het slim zijn om een tussenstop in te voegen. In de tijd tussen het weggaan van je werk en echt thuis zijn, doe je dan eerst iets anders, wat wel enige inspanning vereist maar minder dan je werk. Je geeft jezelf dan wat extra tijd om je gedachten te verzetten. Denk bijvoorbeeld aan bellen met een vriend(in) of familielid, de dag van je afschrijven in een dagboekje of boodschappen doen. Sporten werkt vaak ook heel goed, omdat je je dan wel inspant maar (meestal) niet hard hoeft na te denken. Hierdoor heb je wat extra tijd om van modus te wisselen.
4: Kom ‘uit je hoofd’
Veel mensen zijn voor hun werk continu aan het nadenken, overleggen, met veel dingen tegelijk bezig, etc. Je zit daardoor mogelijk wat teveel in je hoofd en komt daardoor soms een beetje ‘los’ van je lichaam. Je aandacht terugbrengen naar je lichaam is dan een goede manier om je zelf in het ‘hier en nu’ te brengen en daardoor echt los te kunnen koppelen van je gedachten aan werk. Word je bijvoorbeeld bewust van je ademhaling of doe wat rek- en strekoefeningen. Even bewegen of bijvoorbeeld kort je eigen schouders of handen masseren kan ook helpen om meer in je lichaam te komen.
5: Pas wat je aan het eind van je werkdag doet ook toe tijdens het werk
Haal tussen twee taken in even wat te drinken, loop een rondje of neem een andere houding aan. Als dat waar je aan werkt heel groot is, kun je de taak in kleinere stukken verdelen. Na elk stuk van 45 min. neem je bijvoorbeeld 10 min. pauze om daarna weer fris door te kunnen gaan. Door de herhaling word je steeds beter in het omschakelen van werk naar ontspanning. Dit zal je vervolgens ook aan het eind van de dag steeds gemakkelijker afgaan.
Wil je op de hoogte gehouden worden van de laatste ontwikkelingen van Lifeguard? Meld je dan aan voor de 10-wekelijkse Lifeguard update!
