Sinds 2018 zijn wij trotse partner van Stichting Right to Play, een stichting die zich tot doel heeft gesteld om kinderen in crisissituaties wereldwijd de mogelijkheid te geven om te spelen. En dat is niet voor niets, want door te spelen leren kinderen belangrijke vaardigheden die zij de rest van hun leven kunnen gebruiken.
Maar ook als werkende volwassene kun je af en toe wel een spelletje gebruiken!
5 manieren waarop spelen kan bijdragen aan jouw (professionele) leven:
1: Spelen is… ontspanning
Om in balans te blijven heb je naast werken en actief zijn ook genoeg momenten van ontspanning nodig. Dat kan natuurlijk door even voor je uit te staren of met collega’s te praten, maar ook door lekker te spelen! Doe een potje tafeltennis of -voetbal, gooi buiten een frisbee over en weer of doe als het slecht weer is een kaartspelletje. Door even te bewegen, niet met werk bezig te zijn en (als het goed is) een beetje lol te hebben, laad je fysiek, mentaal en emotioneel op.
2: Spelen is… samenwerken
Spelen doe je niet alleen, spelen doe je samen. Teamspelletjes leren kinderen om samen te werken. Van spellen waarbij je juist tegen elkaar speelt leren ze hoe anderen denken, voorspellen wat de ander gaat doen en daarop reageren. Ook als volwassene kan het nuttig zijn om deze vaardigheden af en toe te trainen. Als je een spelletje doet met collega’s maak je bovendien ook eens op een andere manier contact. Zo leer je je collega’s beter kennen, wat jullie samenwerking waarschijnlijk ten goede komt.
3: Spelen is… creatief zijn
Creatief zijn vraagt om buiten je comfortzone stappen, iets nieuws proberen. Dat is in een werkomgeving soms best lastig. In de meeste functies zijn er immers consequenties aan verbonden als het per ongeluk fout gaat. Spelen biedt je de ruimte om iets nieuws te proberen (bijvoorbeeld een nieuwe tactiek) in een relatief veilige situatie, zonder mogelijke nare consequenties. In het ergste geval verlies je dit potje en eis je een revanche ;-).
4: Spelen is… focussen
De bal naar het doel spelen, in de gaten houden of iemand bluft bij een spelletje poker of de frisbee die jouw kant op komt in de gaten houden: je hebt er focus voor nodig. Hoe fanatieker je bent, hoe meer focus je nodig hebt en gebruikt. Dat is heel handig, want zo train je zonder het te merken je aandachtssturing. Daar heb je ook op andere momenten profijt van, bijvoorbeeld in je werk, of als je goed wilt luisteren naar het verhaal van een vriend(in). Bij de meeste spellen heb je bovendien ook een doel (bijvoorbeeld winnen), waardoor je tegelijkertijd ook traint om doelgericht te werk te gaan bij dagelijkse situaties en taken.
5: Spelen is… jezelf leren kennen
In je dagelijks leven volg je meestal dezelfde routines, gedraag je je op dezelfde manier en maak je dezelfde soort keuzes. Daardoor heb je vaak een beeld van jezelf dat niet zo gauw verandert. Tijdens het spelen krijg je de mogelijkheid om (nieuwe) kanten van jezelf te leren kennen die je in je dagelijkse werk en relaties misschien niet zo gauw ziet. Als je normaal rustig en gelijkmatig van aard bent, merk je tijdens een potje voetbal misschien wel dat je eigenlijk best fanatiek kunt zijn. Of je merkt juist dat je tijdens een spelletje veel langer nadenkt voordat je de volgende stap zet. Dat is waardevolle informatie: misschien kun je de eigenschappen die je ontdekt ook wel goed gebruiken in je werk of privéleven?
Bron: Richard Bailey (2002) Playing Social Chess: Children’s play and social intelligence, Early Years, 22:2, 163-173. http://dx.doi.org/10.1080/09575140220151495