Het is prachtig weer begin mei, ik luister naar de radio en hoor dat we te maken hebben met een record droogte. Plots overvalt me een gevoel van somberte. Een gevoel dat ik niet eerder gehad heb. Ik heb het leven altijd met een zekere lichtheid tegemoet getreden. Misschien wel op het irritante af voor mijn omgeving. Een ergerlijk soort positivisme met een vleugje naïviteit. Is het dat ik ouder word? Maar misschien is het wel de druppel die de emmer doet overlopen: twee jaar corona, een oorlog, klimaatverandering, inflatie, vluchtelingen, polarisatie in de samenleving, arbeidstekorten, stikstofcrisis, geen woningen voor starters, veel suïcides, mentale gezondheid van de jeugd onder druk. Als je de kranten leest, wat voor mij altijd een bron van ontspanning is geweest, word je niet vrolijk. Hoe meer je leest, hoe somberder je wordt.
De vraag die blijft resoneren is: hoe kan je vitaal zijn in een wereld die op apegapen ligt? Het is een thema dat me meer en meer bezighoudt. Gelukkig regent het de komende tijd weer wat meer, en hebben we hopelijk één crisis minder. Maar dat neemt mijn somberte niet direct weg – we zullen als mens nog echt wel wat stappen moeten zetten om de wereld weer wat vitaler te maken. Hoe gaan we onze economische modellen aanpassen, hoe kunnen we onze neoliberale obsessie met individueel geluk (zin gejat van NRC-columnist Christiaan Weijts) omzetten naar een meer solidaire samenleving waar we met wat minder genoegen willen nemen? Misschien moeten we dan eerst echt de pijn voelen, waardoor we keuzes maken en naar een houdbaarder model van groei gaan. Ondertussen moet je toch maar doen wat binnen je eigen invloedsfeer ligt: minder vlees eten, elektrisch rijden, de thermostaat laag zetten, niet te veel spullen kopen.
Maar laten we ook met elkaar over de sombere en moeilijke momenten praten – nemen we daar de tijd voor? Vertellen we collega’s wel eens wat ons dwars zit op een wat abstractere schaal dan onze dagelijkse problemen? Ontmoeten we deze collega’s nog wel? Of zijn we vooral bezig met het halen van deadlines en zorgen dat we op tijd achter onze volgende teams meeting zitten? Ik denk dat we de komende maanden, inclusief de vakantie, echt nodig hebben om te kijken hoe we ons gaan aanpassen. Kunnen we ons wapenen tegen een nieuwe opleving van het coronavirus? Kunnen we het voorkomen door misschien gezonder te leven? Gaan we meer buiten leven, maar beter aangekleed? Vinden we onze connectie met de natuur terug? Maken we een keuze over onze intensieve veehouderij? Hebben we geleerd van de vorige crisis? En zijn we bereid wat comfort op de korte termijn op te geven voor onze volgende generaties? Het zijn wat stichtelijke woorden, maar ik merk dat ik toch wat minder somber wordt door het op te schrijven en te delen. Gedeelde smart is halve smart, gaat het gezegde. We hebben elkaar nodig de komende tijd.