De Week van de Werkstress lijkt vooral in te zetten op het oppeppen van medewerkers en geeft te weinig aandacht aan de oorzaken van die werkstress.
In 2014 werd de week in het leven geroepen door het Ministerie van SZW om werkstress onder de aandacht te brengen. Conform ons recente regeringsbeleid moest “de markt het vervolgens overnemen.” Dat gebeurde vanaf 2018 door de OVAL – de branchevereniging van dienstverleners die actief zijn op het terrein van vitaliteit, activering en loopbaan.
Dweilen met de kraan open
De intentie van de OVAL is goed. Maar de thema’s van de afgelopen drie jaren neigen naar het individu: Mentaal en fysiek sterk!, Mentaal Sterk!, en Blijf in Balans! (ja, alle drie met een uitroepteken natuurlijk). De week is een geweldig succes. Honderden bedrijven doen mee en honderden aanbieders bieden leuke workshops, webinars en evenementen aan zodat je maar mentaal en fysiek sterk in balans blijft. We leren op die manier duizenden werknemers dat ze vooral goed voor zichzelf moeten zorgen en mentaal weerbaar moeten zijn. Allerlei influencers geven voorbeelden van omgaan met tegenslag, leren je dat je goed genoeg bent zoals je bent, dat je sterker wordt van tegenslag en dat het helemaal niet erg is als je eens wat minder in je vel zit. Ondertussen neemt het aandeel psychisch verzuim alleen maar toe: 1 op de 3 jongeren ervaart prestatiedruk en heeft 17% van de werknemers burn-out klachten (zie ook Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden van TNO).
Zie het echte probleem
Er is grote kans dat de Week van de Werkstress wordt tot een voorbeeld van symptoombestrijding waarbij, gezien de thematiek, vooral aandacht wordt besteed aan de weerbaarheid van de medewerkers, maar veel te weinig wordt gekeken naar de oorzaken van werkstress. Terwijl de OVAL zelf goede onderzoeken op haar site heeft staan waarin duidelijk wordt gemaakt dat burn-out (en werkstress) geen individueel probleem is. Zie bijvoorbeeld de uitstekende studie van het Nederlands Instituut van Psychologen waarbij duidelijk wordt dat ook naar de werkeisen gekeken moet worden:
“Voorbeelden van werkeisen die belemmerend kunnen werken zijn: een te zware werklast, gebrek aan autonomie om het eigen werkproces in te richten, een onduidelijke functieomschrijving, elkaar tegensprekende waarden vanuit het management en conflicten op het werk.”
Koppel daar nog eens de versnelling van de maatschappij aan die door COVID en het vele digitaal werken nog sneller is geworden, het gebrek aan verbinding door het vele thuiswerken en de economische onzekerheid en het is logisch dat er werkstress wordt ervaren. Ook kampen bedrijven met tekorten aan arbeidskrachten, te veel externe inhuur, verloop en ziekteverzuim. Daardoor is veel kennis uit het bedrijf over primaire processen niet meer aanwezig en moet het werk met minder mensen gedaan worden. Tevens hebben we te veel bullshit banen gecreëerd waardoor we te weinig tijd aan het echte werk kunnen besteden, en bezig zijn met afstemmen, verantwoorden en reageren op elkaar. En dat allemaal in een klimaat waarin we hoge eisen stellen aan het werk, dat “fulfilling” (al dat soort werkverrijkende termen lijken in het Engels te moeten) moet zijn zodat het bijdraagt aan je geluk. Fouten worden niet getolereerd, hoewel dat anders staat in de managementboekjes die we vooral lijken te lezen maar de inhoud niet naleven.
In zo’n omgeving krijg je dan als werknemer een aanbod om mee te doen aan een leuk webinar over mentale veerkracht van een hippe fitte ZZP’er die er veel gebruinder en relaxter uitziet dan jij. Je verdenkt hem ervan dat hij je vanuit een studio in Indonesië je toespreekt en vertelt je dat je keuzes moet maken in je leven en vooral “work hard, play hard” moet toepassen. Hoe serieus neem je je werknemers als je op deze manier meedoet aan de Week van de Werkstress?
Een stap terug, twee stappen naar voren
Zullen we eens met elkaar in gesprek gaan over onze rollen en taken, over elkaar daadwerkelijk steun en aandacht geven, moeite doen om in verbinding te blijven met elkaar, als werkgever duidelijke keuzes maken wat we wel en niet doen, kritisch naar de bullshit banen kijken, meer op basis van vertrouwen acteren en minder angstig zijn om tegen je klant of leidinggevende te zeggen dat niet alles direct uitvoerbaar is en dat we haalbare doelen moeten afspreken? Dat er ruimte is voor groei en ontwikkeling en dat werk niet het enige is dat bijdraagt aan een gelukkig leven? Dat we met een zekere lichtheid en humor naar werk kunnen kijken? Als we daar met de week van de werkstress een begin mee zouden kunnen maken, dan geloof ik er wel in.